Circulariteit is voor Koninklijke Ahrend geen nieuw begrip. Al sinds eind jaren tachtig houdt het bedrijf zich bezig met ‘Ecodesign’; een principe dat modulair ontwerpen nastreeft. Hierdoor zijn meubelen makkelijk te demonteren en te recyclen. Ook startte het bedrijf samen met Gispen en Presikhaaf Schoolmeubelen de Circulaire Hub, waarin gebruikte meubelen gerenoveerd worden en opnieuw op de markt verschijnen. Inmiddels zijn op het gebied van verduurzamen bij Koninklijke Ahrend ook de textielstromen aan de beurt.
Hoe meer stromen, hoe meer afval
Met onder andere wol, (kunst)leer, polyester en gecacheerde stoffen, waarin verschillende materialen op elkaar worden geplakt, heeft Ahrend met ruim vijf verschillende stromen te maken. Allemaal leiden ze tot restmateriaal bij de productie van hun meubels. Het bedrijf maakte al een slag door in te zetten op zogeheten monobacking, waarbij voor de stof en de lijm dezelfde materialen worden gebruikt; een eerste oplossing voor het probleem.
Lizzy Stuyfzand, productmanager materialisation bij Koninklijke Ahrend, vertelt: “Al jaren ontwikkelt Ahrend samen met innovatiepartners circulaire ketensamenwerking voor textielafval. Zo werken we met sociale ondernemingen als i-did aan gerecycled vilt van ons textiel en produceert Vanhulley accessoires van onze restpartijen. Het lukt ons alleen nog niet om op grote schaal een afzetmarkt te vinden. Omdat sommige leveranciers met minimale bestelhoeveelheden werken, moeten wij soms meer stof afnemen dan direct nodig is.” Ook dit draagt bij aan overtollige voorraad. “Op dit moment werken we met een donatiemodel waarin we onze restmaterialen afzetten. Voor nu is dat een prima oplossing. Ons streven is om de hoeveelheid restmateriaal zo veel mogelijk te reduceren. Om dit te realiseren zijn schaalbaarheid en continuïteit belangrijk. Eventuele partners moeten aan kwaliteits- en duurzaamheidseisen voldoen. Hoe kunnen we dit het beste aanpakken?”
Kijk buiten de keten
Ook aan tafel zitten Jacqueline Cramer, hoogleraar Duurzaam innoveren aan de Universiteit Utrecht en Het Groene Brein-directeur Antoine Heideveld. Als netwerk van wetenschappers zet Het Groene Brein zich in voor een circulaire, inclusieve economie. Cramer ziet in Ahrend een duurzame koploper. “Ahrend loopt voorop op het gebied van duurzaamheid. Probeer concullega’s uit dezelfde sector mee te trekken om een keteninitiatief op te zetten. Samen ben je groot genoeg om duurzame kwaliteitseisen te stellen voor grondstoffen en importmaterialen.”
Heideveld ziet kansen buiten het bekende netwerk van Ahrend: kijk naar partijen die te maken hebben met vergelijkbare stromen. Een voorbeeld hiervan is de mode-industrie. Ook hierin zijn bedrijven steeds meer op zoek naar goede secundaire vezels en is er sprake van grote reststromen. Door een gezamenlijke marktvraag te realiseren heb je meer slagkracht en creëer je een afzetmarkt. Het enige dat je hiervoor nodig hebt, is het vermogen om over je eigen reststroom heen te kijken. Samenwerking is de oplossing.”
Meer weten
· Terugkijken: Duurzame Doorbraak: De keten om tafel
De Week van de Circulaire Economie wordt georganiseerd door het Versnellingshuis Nederland Circulair! Het Versnellingshuis helpt ketens sneller te verduurzamen op weg naar de circulaire economie en is een samenwerking van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, VNO-NCW/MKB-Nederland, Het Groene Brein, MVO Nederland en RVO.