Biobased of biologisch afbreekbaar plastic, karton, een statiegeldfles: wat is nu de duurzaamste manier om voedingsmiddelen te verpakken? En nog belangrijker: hoe komen we tot een duidelijke, gedeelde toekomstvisie hierop? Het Versnellingshuis deed samen met een groep stakeholders een poging dit hardnekkige dilemma te kraken. Het resultaat? Drie oplossingsrichtingen.

Veel partners van MVO Nederland zijn al volop bezig met circulaire verpakkingen. Neem Koffiebranderij Peeze, koploper in duurzaam ondernemerschap. Peeze garandeert niet alleen duurzame en verantwoorde teelt en eerlijke prijzen, maar heeft ook flink geïnvesteerd in innovaties voor een biobased en biologisch afbreekbare verpakking. Aangezien de huidige verwerkingsprocessen hiervoor ontoereikend zijn, is het bedrijf hier echter vanaf gestapt. Uit onderzoek naar een herbruikbare verpakking, dat Peeze vervolgens liet uitvoeren, kwam een materiaal naar voren dat op basis van de data van vandaag de dag de beste keuze zou zijn. Met deze wetenschap stuitte Peeze op een volgende uitdaging.

Welke verpakkingskeuze is toekomstbestendig?

Gezien de flinke organisatorische veranderingen bij een overstap naar een herbruikbare verpakking, wilde Peeze er zeker van zijn dat haar keuze toekomstbestendig is. Is dit verpakkingsmateriaal op termijn nog steeds de beste keuze?

Momenteel vaart elk bedrijf zijn eigen koers rondom (al dan niet duurzame) verpakkingen, wat leidt tot veel verschillende materiaalsoorten. Dat maakt een goed georganiseerde verwerking ervan bijvoorbeeld onmogelijk. Alleen standaardisatie kan leiden tot echte verduurzaming. Daarvoor is een gedeelde toekomstvisie op voedselverpakkingen nodig, zodat bedrijven zoals Peeze gemakkelijker de juiste keuze maken. Hoewel onder andere het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken hieraan werkt, wilde Het Versnellingshuis samen met MVO Nederland en Peeze het vraagstuk ook met een groep stakeholders vanuit verschillende perspectieven bezien.

Visies delen leidt tot concrete handelingsmogelijkheden

Twaalf vertegenwoordigers van de overheid, kennisinstellingen, ngo’s en het bedrijfsleven* wisselden in drie rondetafelsessies hun visies op en oplossingen voor het vraagstuk uit. Dat alleen al was heel waardevol. Niet alleen de dilemma’s waarmee bedrijven worstelen kwamen op tafel, maar ook de ambities van de overheid en de stand van zaken van de wetenschap.

Het gezelschap had niet de illusie de fundamentele problemen op het gebied van verpakkingen in één keer op te lossen. Daarvoor is het speelveld te diffuus, met enorm veel leveranciers, allerlei verschillende materialen en uiteindelijk maar liefst zeventienmiljoen afnemers die ‘iets’ met een gebruikte verpakking doen. De groep kwam wél tot concreet handelingsperspectief op de korte termijn voor zowel de overheid als ondernemers.

Drie oplossingsrichtingen

Tijdens de rondetafelgesprekken kwamen drie oplossingsrichtingen bovendrijven. Allereerst is de opdracht aan de overheid: toon lef. Dit vraagstuk is te complex om alleen aan ondernemers in een keten over te laten. Durf daarom te kiezen voor een selectie van verpakkingsmaterialen, zodat recyclingsystemen daarop ingericht kunnen én moeten worden. Neem de invoering van statiegeld op kleine flesjes en blikjes als voorbeeld. Die ingreep lijkt een enorme impact te hebben op de stijging van de retourinname van plastic verpakkingen en de reductie van plastic zwerfafval in het milieu.

Ondernemers kunnen intussen, zolang de overheid nog geen materialen verplicht of verbiedt, kiezen voor mono-materialen. Verpakkingen van mono-materiaal zijn per definitie gemakkelijker te recyclen dan multilayered folieverpakkingen, al blijft het afwachten tot die recycling daadwerkelijk op gang komt (als gevolg van standaardisatie vanuit de overheid, volume en technische ontwikkelingen). Daarbij helpt het om consumenten te informeren over hoe zij de verpakking op de juiste manier kunnen inzamelen.

Tot slot kunnen bedrijven gezamenlijk transparantie in de keten bevorderen. Bijvoorbeeld door duidelijk te vermelden welke materialen er in een verpakking zitten en hoe de verpakking het beste verwerkt kan worden.

Deze drie handelingsperspectieven zijn een eerste aanzet naar meer duurzame en circulaire verpakkingen in de voedingssector. Ben jij ondernemer en heb je ook een uitdaging op gebied van circulair ondernemen? Leg je vraag voor aan het Versnellingshuis, via ons vraagformulier. Het Versnellingshuis helpt je graag een stap verder! 

*De gedeelde punten in dit nieuwsbericht zijn opgehaald tijdens een serie van drie rondetafel-bijeenkomsten, gefaciliteerd door het Versnellingshuis, met deelnemers vanuit I&W, TNO, UU, Het Groene Brein, Milieu Centraal, MVO Nederland, Milgro, Van Eigen Deeg en Peeze.