Wormencompost maakt voedselkringloop rond
De StadsWormerij streeft naar meer duurzame voedselketens en wilde de vermicompost op de markt brengen. Jesse de Graaff, vanuit Bureau 7TIEN betrokken bij de StadsWormerij: “We liepen tegen allerlei regels en wetten aan.” Het Servicepunt Circulair en het Versnellingshuis hielpen de Stadswormerij bij het in kaart brengen van deze wetten en regels die onder verantwoordelijkheid van verschillende ministeries vallen.
Wormen zijn landbouwhuisdieren
De Stadswormerij werkt met twee soorten compostwormen die samen met allerlei micro-organismen organisch materiaal omzetten in een bodemverbeteraar. Deze circulaire manier van composteren heet vermicomposteren.
“Volgens de wet zijn wormen echter landbouwhuisdieren. Voor deze dieren gelden in Europa, en dus ook Nederland bepaalde regels. Zo wordt de ontlasting als mest beschouwd en mag je landbouwhuisdieren geen “keukenresten of etensresten” voeren. Daarom mag je ook geen GFT-afval aanvoeren of verwerken op locaties waar landbouwhuisdieren zijn, omdat daar vleesresten in kunnen zitten.”
Daarom verwerkt de StadsWormerij nu in een experimenteersetting alleen voorgecomposteerde groente- en fruitresten tot vermicompost.
Wetten en regels op een rijtje
Een aantal jaar geleden bracht de StadsWormerij de wetgeving in kaart, met het oog op opschaling. Het bleek lastig om als kleine ondernemer in gesprek te gaan met de juiste mensen bij ministeries en andere instanties. Via het Servicepunt Circulair kwam de StadsWormerij terecht bij Het Versnellingshuis.
Het Versnellingshuis bracht de StadsWormerij in contact met de juiste personen bij het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Rijkswaterstaat én de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. “Zij hebben de bestaande kennis aangevuld met de juiste opvattingen van de wetten. Het resultaat is een overzicht dat duidelijk maakt wat er op dit moment binnen de wet mogelijk is, welke onduidelijkheden er waren en welke knelpunten er nog zijn bij de verwerking van biotische reststromen.”